VOORBEREIDING
Het waterschap gaat van start met de voorbereiding van het project. De projectmanager zet de eerste stappen en begint met het concretiseren van de projectopgave [1.1]. Zodra de projectopgave en de globale omvang van het project duidelijker worden, stelt hij of zij het team verder samen. Nu de contouren duidelijk zijn en het IPM-team is gevormd, vertaalt dit team de projectopgave in de betrokken scope bij deze opgave. De eerste systeemgrenzen krijgen vorm [1.2]. Ook bekijkt het team welke werkzaamheden nodig zijn om de voorbereiding te kunnen doen en wie daarvoor verantwoordelijk is [1.3] en [1.4]. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de HEEL Basis-WBS, die gebruikt kan worden om de werkzaamheden voor het project in beeld te brengen. In deze prille fase van het project brengt het team de basis voor inhoudelijke beheersing van het project op orde [11.2]. Vanaf nu wordt er ook veel informatie in het project gegenereerd, hetgeen vraagt om een goede ontsluiting en beheersing. De informatiemanager stemt in overleg met de beheerder (Asset Manager) af, volgens welke structuren de uitwisseling van areaalinformatie (beheerinformatie) aan de voor- en achterkant van het project plaats gaat vinden.
ITERATIEF (HERHALEND) PROCES
In deze case halen we, omwille van de leesbaarheid, processen één of enkele keren aan. Ten onrechte kan hierdoor het beeld van een lineair proces ontstaan. In de praktijk worden processtappen tijdens elke projectfase meerdere keren en cyclisch doorlopen. Bij elke verfijningsstap van het ontwerp worden de primaire stappen en natuurlijk ook verificatie en validatie doorlopen. Bepaalde risicovolle of maatgevende delen van de scope kennen daarbij soms meer cycli, en daarmee meer diepgang, dan minder risicovolle onderdelen.
VERKENNING
Het project start met de verkenning, waarbij het team tot een ontwerp op hoofdlijnen wil komen. Dit leidt uiteindelijk tot het voorkeurs-alternatief: een ontwerp dat zo goed mogelijk rekening houdt met alle belangen (zoals: beheer, milieu, natuur, meekoppelkansen, wonen, werken en recreatie). Hiervoor dient eerst helder te zijn wat de exacte opdracht is. Wat is de afbakening van het dijktraject? Welke stakeholders zijn er bij betrokken? En welke bestaande objecten (assets) worden geraakt? Samen met de beheerders van de dijk en omliggende objecten van derden, brengt het projectteam de behoeften in kaart. Daarbij wordt bepaald welke aanpassingen nodig zijn, wat het project uiteindelijk moet opleveren en wat belangrijk is voor het beheer en onderhoud van de dijk. Voor DoRa is er, naast de dijkversterking, de kans om bij te dragen aan de recreatiebehoefte op en rond de dijk. De omgeving kent weinig recreatie-mogelijkheden waardoor de parkeerplaats bij het strandje en de provinciale weg bij Raamsweer regelmatig overlast hebben van geparkeerde auto’s. Nieuwe recreatievoorzieningen kunnen de parkeerdruk verminderen. In deze fase worden ook de belangrijkste risico’s van het project in kaart gebracht. Deze zijn van belang om keuzes te maken bij bijvoorbeeld het benaderen van stakeholders, maar ook in de afweging tussen verschillende alternatieven.
Een stakeholderanalyse [2.1] brengt, op basis van de projectopgave en de scope, de diverse betrokkenen in kaart. Langs de dijk liggen bedrijven en wonen diverse gezinnen. Daarnaast zijn de interne stakeholders van het waterschap, zoals de beheerder, van belang; net als andere externe stakeholders als gemeente(n) en provincie. De analyse gaat in op de belangen en hoe elke stakeholder wordt betrokken [2.1]. Met veel van de stakeholders vindt een gesprek plaats om de klantwensen* in kaart te brengen [2.2]. Dit leidt uiteindelijk tot een honoreringsproces, waarbij op basis van verschillende criteria wordt afgewogen welke klantwensen als eisen* meegenomen moeten worden in het project [2.3].
Niet alleen de projectomgeving wordt geanalyseerd, ook het eigenlijke onderwerp van het project, het beschouwde systeem, wordt geanalyseerd [3.1]. De benodigde systeemprestatie wordt in eisen gevangen (gespecificeerd) [3.2]. Ook de gehonoreerde klanteisen worden omgezet tot verifieerbare systeemeisen. Op basis van de vastgestelde scope en de systeemeisen start het ontwerpproces [4.1], om via afweging van mogelijke oplossingen (met behulp van een Tradeoff Matrix, TOM) [4.2], tot een optimaal voorkeursalternatief te komen [4.3]. Met behulp van een verificatieplan en -rapport [5.2], [5.3] wordt aangetoond dat het voorkeursalternatief voldoet aan de gestelde eisen. Zoals toegelicht, is dit een iteratief proces dat vaker plaatsvindt, maar dat hier omwille van de leesbaarheid eenmalig is beschreven. Daarnaast is het van belang om, samen met de stakeholders die een bijdrage leverden aan de klantwensen, vast te stellen dat de vertaling naar het voorkeurs-alternatief aansluit bij de behoefte
[6.2], [6.3]. Nadat dit gezamenlijk is vastgesteld, wordt met dit voorkeurs-alternatief de verkenning afgesloten, voorzien van een ontwerpnota, een Klanteisenspecificatie met validatierapport [6.3], een Systeemeisen-specificatie [3.3] en Verificatierapport [5.3]. Dit dossier is input voor de volgende fase waarin een verdere uitwerking van dit voorkeursalternatief plaatsvindt.
* Binnen HEEL hanteren we de term klantwensen bij het inventariseren van behoeften. Als de wensen na een zorgvuldig afwegingsproces worden gehonoreerd, noemen we ze klant eisen. Deze eisen worden in het ontwerp meegenomen.
PLANUITWERKING
Na een positief besluit over het voorkeursalternatief start de planuitwerkingsfase. Belangrijkste doel hier is het nemen van een publiekrechtelijk besluit (project besluit/ Projectplan Waterwet). In deze fase werkt het team het voorkeursalterna-tief verder uit tot de voorkeursvariant; een plan met het detailniveau dat nodig is voor formele besluitvorming binnen het waterschap en HWBP en het verkrijgen van de planologische hoofdvergunningen.
Tot het Projectplan komen, betekent verdere uitwerking van het voorkeurs -alternatief en vraagt in deze fase om het opnieuw en gedetailleerder doorlopen van de primaire processen: structureren project, klanteisen-proces, specificatieproces en ontwerpproces. De keuzes hierbij geven aanleiding voor nieuwe gesprekken met stakeholders. Dit kan vervolgens leiden tot nieuwe klantwensen- en uiteindelijk eisen, voor het volgende uitwerkingsniveau. Denk bijvoorbeeld aan klanteisen vanuit de vergunningsverlening, over het afsluiten van wegen tijdens de realisatie, doordat nieuwe stakeholders in beeld zijn gekomen bij de keuze van het voorkeursalternatief. Ook kunnen keuzes op meer detailniveau tot aanvullende wensen vanuit de beheerder leiden. Deze klanteisen leiden op hun beurt weer tot een nieuwe specificatieslag, waarna weer wordt ontworpen, geverifieerd en gevalideerd. Voor deze specificaties kan gebruik worden gemaakt van de al eerder genoemde beschikbare basisspecificaties.
In het ontwerpproces zoekt het projectteam naar optimalisaties binnen het voorkeursalternatief. Deze optimalisaties werkt het team in deze fase uit in verschillende varianten [4.2]. Op basis van aan-vullend (grond)onderzoek rekent het vervolgens verder per dijkvak. Dit vraagt om ontwerpkeuzes en het per dijkvak kijken hoe dit deel van de dijk versterkt kan worden. Kiezen we bijvoorbeeld voor een damwand of past een verhoging beter? Zo vinden het specificatie [3.1] en ontwerp-proces hier gedetailleerder plaats. Met input uit het ontwerpproces vindt tijdens de verkenning en de planuitwerking al voorbereiding voor de uitvoering plaats. Dit zijn de zogenoemde conditionerende processen. Deze processen lopen over de faseovergangen heen.
De conditioneringsprocessen kunnen ook weer leiden tot nieuwe klanteisen en tot aanpassingen van de ontwerpkeuzes. Het kan bijvoorbeeld zorgen voor beperkingen in de bereikbaarheid vanwege een gasleiding die niet verlegd kan worden of randvoorwaarden ten aanzien van materieel. Dit alles wordt verder gespecificeerd totdat er een complete set aan eisen ontstaat [3.1].
Net als in voorgaande fasen, is het hier van belang om de risico’s mee te wegen in de te maken keuzes. Het risicodossier loopt daarmee dus ook gelijk op met het detailniveau van de te nemen besluiten. Daarnaast ontstaat steeds meer informatie, waardoor ook het managen van deze informatie een grotere rol speelt. Zodra het ontwerp voldoende is uitgewerkt om een goed beeld te kunnen geven van de effecten, zorgt een publiekrechtelijk besluit voor af-ronding van de planuitwerkingsfase.
REALISATIE
Nadat de wettelijke procedures zijn doorlopen en de weg vrij is om het project ook daadwerkelijk te gaan bouwen, start de realisatie-fase. Hier maken het uitvoeringsontwerp en de uitvoering deel van uit. Zodra het startsein is gegeven, kan het project formeel beginnen.
In deze fase zorgt het team voor detaillering van de Voorkeursvariant tot een ontwerp dat geschikt is om te bouwen. Vaak ondersteunt een ingenieursbureau, vaak de partij die ook in de planuitwerkingsfase al betrokken is, het waterschap met het uitwerken van het ontwerp tot de marktbenadering. Voor bepaalde onderdelen worden varianten ontwikkeld en tegen elkaar afgewogen. Hiervoor gelden dezelfde principes als in de verkenning en planuitwerkingsfase. Daardoor zijn ook de primaire processen weer van toepassing. Verder is het wederom van belang om bij de verdere uitwerking de stakeholders te betrekken en de gemaakte keuzes te valideren. Uiteindelijk is het ontwerp voldoende uitgewerkt om over te gaan tot de marktbenadering. Voor het uitvoeringsontwerp en de uitvoering zoekt NederDelta een aannemer. De systeemeisen die in de verschillende fasen zijn gespecificeerd worden opgenomen in een vraagspecificatie, de gegadigden maken op basis hiervan een aanbieding en een aannemer wordt geselecteerd.
De gecontracteerde aannemer start met het uitwerken van het uitvoeringsontwerp. Daarnaast gaat hij het project voorbereiden, zodat het uitgevoerd kan gaan worden. Denk daarbij aan het inrichten van de bouwterreinen en het aanleggen van de bouwwegen, maar ook aan de fasering van werkzaamheden. Waar nodig vindt conditionering plaats, denk aan het kappen van bomen en het verleggen van kabels en leidingen die nog niet eerder zijn verlegd. Aansluitend kan de schop de grond in, de dijkversterking start nu concreet. Buiten wordt op veel plekken gewerkt, de aannemer voert zijn keuringen en testen uit [5] en samen met de stakeholders worden integrale testen uitgevoerd. De aannemer bouwt in deze fase belangrijke dossiers op; afleverdossiers per gereed werk pakket en een opleverdossier voor bij de oplevering van het werk. Dit is straks nodig om te kunnen aantonen dat de dijk gebouwd is conform de specificaties. Gedurende de bouwfase worden delen van dit dossier al aangeleverd aan NederDelta. Dit dossier is straks van belang voor de beheerder. Ook hier is het relevant de informatievoorziening op orde te hebben.
OPLEVERING EN OVERDRACHT
Na afronding van de uitvoeringswerkzaamheden neemt NederDelta de dijk weer in gebruik. Nu de werk-zaamheden zijn afgerond, vindt de overdracht aan de beheerder plaats. De opdrachtnemer maakt een opleverdossier en toont met verificatie [5.3] aan dat invulling is gegeven aan alle eisen uit de vraagspecificatie en valideert bij de opdrachtgever dat gebouwd is wat bedoeld/gewenst is. Het projectteam levert de laatste informatie [11] die de beheerder nodig heeft om de dijk weer in beheer te nemen. Denk daarbij aan as-built-informatie, DTB, GIS-bestanden en bedienings- en onderhouds-voorschriften.
Het nieuwe areaal wordt verwerkt in het beheer- en onderhoudssysteem van de beheerder. Deze beschikt zo over actuele informatie van het areaal. Een goed configuratieproces zorgt dat deze informatie ook nadat het project is afgerond, actueel blijft. Is alles compleet en akkoord bevonden? Dan neemt de beheerder de dijk weer in beheer. Hierbij starten de zorgplichtactiviteiten die deze heeft bij het beheer en onderhoud van de dijk.
De dijkgraaf komt langs om de dijk samen met het projectteam feestelijk te openen. De dijk is versterkt en het achterliggende gebied is weer goed beschermd. Daarbij nodigt de dijk uit om te recreëren en te genieten van het uitzicht, waarbij recreanten hun eventuele auto kwijt kunnen. Op basis van het vernieuwde beheer- en onderhoudsplan start de beheerder weer met het inspecteren van de vernieuwde objecten in zijn areaal.