Verificatie en validatie

Verifiëren en valideren gebeurt in het iteratieve specificatieproces op elk detailniveau en in alle fasen van de levenscyclus. Dit op basis van de per systeemdeel opgestelde V&V-plannen en zoals vastgelegd in het V&V-managementplan. Het is daarbij belangrijk zo vroeg mogelijk in de systeemontwikkeling te starten met zowel het verifiëren als het valideren. Al voordat een contract is gesloten, moeten keuzes zowel geverifieerd als gevalideerd worden op basis van het vastgelegde deel van de oplossing en de klant- en systeemeisen. Bij zowel verificatie als validatie is sprake van een beoordelaar, een prestatie, een methode en een criterium. Dit criterium wordt aan de prestatie gehangen (het zogenaamde pass/fail-criterium). Zo’n criterium kan bijvoorbeeld bestaan uit een minimale meetwaarde. Daarbij is bij verificatie in principe sprake van een kwantitatief geformuleerd criterium, terwijl bij validatie het criterium ook kan worden afgedekt door een oordeel van een vakdeskundige. Daarbij valt te denken aan het oordeel van een aangewezen expert. Dit is bijvoorbeeld een ergonoom als een oordeel over de beeldschermbediening wordt gevraagd, of een stedenbouwkundige als het gaat om het inpassen van een kunstwerk in de omgeving. Daarmee stellen we overigens niet dat validatie subjectief is; het vindt plaats tegen geformuleerde klanteisen die worden gesteld aan het specifiek beoogde gebruik.

Resultaten vastleggen
De resultaten van de verificaties en validaties legt men vast in V&V-rapporten. Deze worden uiteindelijk opgenomen in en gekoppeld aan het V&V-register. Als de specificaties aangepast en nader gedetailleerd worden, kan dit van invloed zijn op wat eerder gevalideerd was. Mogelijk moeten validaties dan opnieuw plaatsvinden.

« Terug naar vorige pagina